Het is sinds 2016 in Nederland toegestaan om verhuurders een overeenkomst aan te bieden voor een bepaalde tijd. Deze tijdelijke overeenkomsten, met een duur van korter dan 2 jaar, gaf woningeigenaren de mogelijkheid om de huur zonder opgaaf van reden na verstrijken van de initieel overeengekomen periode te beëindigen.
Op 1 juli 2024 heeft er een verandering in de wetgeving plaatsgevonden. De Wet Vaste Huurcontracten zal verhuurders in de meeste gevallen niet meer toestaan om huurders een overeenkomst voor bepaalde tijd aan te bieden. Toch zijn bepaalde uitzonderingen waarbij het nog wél is toegestaan een huurovereenkomst voor bepaalde tijd aan te gaan.
- Studenten
- Huurders die vanwege dringende werkzaamheden of verbouwing van hun eigen woning tijdelijk elders moeten wonen
- Urgent woningzoekenden
- Huurders met wie verhuurder een ‘tweedekans-contract’ aangaat
- Wezen en nabestaanden
- Gescheiden ouders
- Huurders die werken op de Waddeneilanden
- Vergunninghouders (statushouders) die direct uit een COA-opvanglocatie komen en in afwachting zijn op definitieve huisvesting
Het is van belang om in het contract te vermelden tot welke groep de huurder hoort als er een huurovereenkomst voor bepaalde tijd wordt aangeboden.
Sommige reeds bestaande vormen van tijdelijke verhuur blijven bestaan.
Denk hierbij aan:
- Tijdelijke verhuur met een diplomatenclausule
- Verhuur op basis van de Leegstandwet
- Verhuur op basis van een doelgroepencontract
- Verhuur van zeer korte verhuur van voornamelijk vakantiewoningen.